De Kleine Wielen

  • Kaart
  • Routes
  • Video's
  • Kunst en vliegwerk

    Kunst en vliegwerk

    Om blauwalg tegen te gaan bij de stranden was meer doorstroming nodig. Maar hoe? Nu is de Kleine Wielen een poldermeer dat met een gemaal op een kunstmatig peil van 1.40 meter beneden NAP wordt gehouden. Het buitenwater in de Grote Wielen en het Alddiel staat zo’n 90 centimeter hoger, op 0.52 meter onder NAP, het Friese boezempeil. Als je dus een buis maakt tussen het boezemwater en de polder krijg je vanzelf een waterval van fris water. Dat idee lijkt simpel, maar de uitvoering was een staaltje van technisch vernuft. De buis van 70 cm doorsnede moest namelijk bijna 40 meter overbruggen onder een wandelpad, een sloot en een weg door. Met behulp van damwanden is de sloot eerst tijdelijk afgezet. Tussen de weg en het pad werd een grote bouwput gegraven. Vanuit deze diepe bouwput zijn twee buizen onder de grond door geperst en daarna met een verbindingsstuk aan elkaar gekoppeld. Omdat de doorstroming van het zwemwater alleen bij warm weer nodig is, zit er een afsluitklep voor. Deze afsluitklep kan omhoog en omlaag geschoven worden, om meer of juist minder water door te laten. Met een bedieningspaneel in de kast kan de inlaat ter plekke bediend worden. De inlaat kan ook op afstand bediend worden vanuit Wetterskip Fryslân. Het water van het zwemwaterdeel kan nu binnen twee dagen compleet ververst worden
  • Afsluitdijkjes

    Afsluitdijkjes

    Om het zwemwatergedeelte apart te kunnen behandelen zijn meerdere afsluitdijkjes aangelegd tussen en naar de eilanden. Voor de aanleg van deze dammen is veel opgeslagen grond uit het natuurgebied aan de zuidkant van de Kleine Wielen gebruikt. De grond werd daar in vrachtwagens geladen en naar de plek gebracht waar kranen klaar stonden om de grond er weer uit te scheppen en zo dammen het water in te bouwen. Om beschadiging aan het recreatiegebied te voorkomen zijn ook tijdelijke dammen naar de eilanden gelegd, zodat de vrachtwagens de kortste route konden volgen. De nieuwe dammen hebben natuurvriendelijke oevers die geleidelijk aflopen. Voor de stabiliteit van de dammen is langs de randen stortsteen aangebracht.
  • Rietworsten en kokosmatten

    Rietworsten en kokosmatten

    De eenvoudigste manier om natuurvriendelijke oevers aan te leggen is: de oever zo flauw mogelijk afgraven. Zo ontstaat er een geleidelijke overgang van water naar land met mogelijkheden voor verschillende planten en dieren. Sommige oevers zijn na het afgraven te kwetsbaar en te zacht zijn. Daardoor spoelt de grond al weg voordat er riet kan gaan groeien. Kokosmatten Voor die plekken is een nieuwe methode met het leggen van kokosmatten toegepast. De kokosmatten zijn van te voren beplant met riet en hebben een aantal maanden op natte terreinen in de Flevopolder gelegen, waardoor het riet goed heeft kunnen wortelen in de matten. De matten zijn opgerold en naar de Kleine Wielen gebracht Daar weer uitgerold op de zachte nieuwe oevers. De kokos geeft direct stevigheid aan de oevers, maar verteert na een aantal jaar, waarna de diepe wortels van het riet die taak overnemen. Rietworsten Ook de rietworsten bestaan uit kokos en voorbeplant met riet. Deze worsten zijn op verschillende manieren in de oevers van de Kleine Wielen verwerkt. Op sommige plaatsen is de bestaande beschoeiing afgezaagd tot onder het waterniveau. Daar bovenop zijn de rietworsten bevestigd als een smalle en natuurlijke oeverbescherming. Op andere plaatsen zijn de rietworsten aan paaltjes als afbakening van luwere zones in het water geplaatst. Het is de bedoeling dat achter de bescherming van de stevige rietworsten de kwetsbaardere waterplanten en waterriet de rust krijgen om aan te slaan. Over een paar jaar zullen de rietworsten opgegaan zijn in een weelderige groene oever.
  • Baggeren

    Baggeren

    Om schoon zwemwater te krijgen was het nodig om de 20 centimeter dikke sliblaag bij de stranden weg te halen. Door het zwemwatergebied af te sluiten met dammen werd dit mogelijk. Bij de twee westelijke stranden is, onder nauwkeurig toezicht van milieu-inspecteurs, eerst de vis gevangen en over de dam geplaatst. Daarna kon vanaf pontons gestart worden met het baggeren. Volle bakken werden naar de kant gesleept en in vrachtwagens geleegd. Het slib werd vervolgens gestort in een baggerdepot aan de zuidkant van de Kleine Wielen. Bij het zwemstrand bij de kiosk is een andere methode toegepast. Nadat de hengelsportverening de vis overgezet had is de zwemplek tijdelijk droog gezet. Vervolgens is de sliblaag van de bodem afgeschoven, overgeladen in vrachtwagens en naar het depot gebracht.
  • Uitkijkheuvel

    Uitkijkheuvel

    Door het graafwerk van steeds meer konijnen en het instorten van de walkanten was de uitkijkheuvel langzaam aan het wegzakken. Om de walkanten te kunnen verstevigen is het waterpeil er omheen met een pomp een aantal weken kunstmatig verlaagd. Hierdoor werd het mogelijk om een nieuwe constructie met schanskorven te bouwen. Schanskorven bestaan uit gaaswerk van metaal, dat gevuld wordt met kleine keien. Daaromheen is als versteviging een rand van grote keien gelegd. Schanskorven zijn door de kleine ruimtes tussen de stenen een ideale omgeving voor bijvoorbeeld driehoeksmosselen, die helpen het water te zuiveren. Het kijk-je-ogen-uit-kikker-kunstwerk is bedacht en gemaakt door de Leeuwarder kunstenares Marjan Beuker en hopelijk de eerste van een meerdere landschapskunstwerken, die uitnodigen het gebied van alle kanten te beleven.
  • Visflitsen

    Visflitsen

    Vroeger was dit een moerasgebied. Het gemaal Schanserbrug maalt het nu droog. Daarvoor pompt het gemaal ‘s nachts met een sterke schroefpomp wel 1500 liter per seconde ongeveer 1 meter omhoog. Om te voorkomen, dat vissen het gemaal in zwemmen, zijn in 2011 onder water aan twee kanten 9 felle flitslichten geplaatst om ze af te schrikken. Om te kijken of dat werkte hebben onderzoekers een paar keer netten achter het gemaal opgehangen om te kijken hoeveel vis er eigenlijk door het gemaal heen werd gepompt. Er werden veel brasems en snoekbaarsjes gevangen, maar ook voorns, vetjes en een paar palingen. Alle vissen werden gemeten en nagekeken. Het bleek dat kleine visjes er wel tegen konden, maar grotere vis was vaak beschadigd. Uit het onderzoek bleek, dat de meeste vis, die in het gemaal terecht kwam, overdag al onder het gemaal was gedoken, dus voorbij de lichten. Daarom is ook een nieuw blaassysteem bedacht. Voor het gemaal aan gaat blaast dat de vissen eerst onder het gemaal vandaan. Wetterskip Fryslân vervangt dit soort gemalen nu als ze aan vervanging toe zijn door visvriendelijke vijzelgemalen.
  • Bij hoog en laag

    Bij hoog en laag

    Eén van de doelen die Europa stelt is het versterken van het zelf-zuiverende vermogen van het buitenwater. Dit kan door de oevers zo flauw te maken, dat er brede rietkragen gaan groeien. Het riet werkt dan als een filter, waardoor zwevende deeltjes worden vastgehouden en het water minder troebel wordt. Een ander doel is om te zorgen, dat er meer soorten vissen kunnen leven dan brasems en karpers. Veel vissen hebben om te overleven een grote variatie aan leefgebieden nodig. In diepere luwe gebieden kunnen ze in het voorjaar paaien en in de winter overleven onder het ijs. In plas-drasgebieden kunnen onderwaterplanten groeien, die nodig zijn om eitjes op af te zetten. Sommige vissen eten algen, anderen hebben juist zicht nodig om op kleiner vissen te jagen. Daarom is bij het ontwerpen van de brede oeverzones gekozen voor een afwisselend patroon van diepe en ondiepe gedeelten. Bij de zuidelijke rietoever is een groot grasgebied vergraven tot natuuroever. Om de waterplanten en het riet de tijd te gunnen om goed te wortelen is de rand voorlopig in tact gelaten. Met behulp van een tijdelijke windmolen wordt het peil hier kunstmatig wat lager gehouden. Tot 2015 wordt het peil geleidelijk steeds hoger gezet. Daarna wordt het dijkje op een aantal plaatsen doorgestoken, zodat het water weer één geheel wordt. De dijkjes met duikers zijn aangelegd voor de sportvissers. Zo blijft het grootste deel van de oever beschikbaar als visstek.
  • Slim met grond

    Slim met grond

    Een groot deel van het geld voor herinrichtingsprojecten gaat vaak zitten in het gesleep met grond. Vervoer van grond met vrachtwagens is erg duur en weinig duurzaam. Daarom is binnen dit project erg kritisch gekeken naar grondtransport. Voor de aanleg van nieuwe dammen was het belangrijk dat de grond geen verstorende invloed had op het fosfaatgehalte en de zuurgraad van het water. Daarom zijn er testen gedaan met de grond die aan de zuidkant van de kleine Wielen als hoge rug lag. Een groot deel van de grond bleek geschikt om de nieuwe dammen mee aan te leggen. De kuilen die door het graven ontstonden, bleken weer geschikt als opslagplaats voor de bagger die vrij kwam bij het baggeren van het zwemwatergedeelte. Na het indrogen van de bagger is er een bovenlaag van goede grond opgelegd om ook daar weer een aantrekkelijk groengebied te maken.
  • Spoelen maar

    Spoelen maar

    In de Kleine Wielen kon bij warm weer vaak niet gezwommen worden omdat er dan blauwalglagen bij het strand dreven. Blauwalg groeit explosief in warm, stilstaand en troebel water. Wetterskip Fryslân heeft daarom samen met de gemeente een uniek doorspoelsysteem bedacht. De eerste stap was het afschermen van een apart zwemwatergebied. Daarvoor werden 3 dammen gebouwd en een V-vormig slibscherm onder de brug. Bij de uitkijkheuvel werden de bestaande losse vijvers vergraven tot doorstroombeek om de stranden te verbinden. Het hele zwemgebied werd schoon gebaggerd. Halverwege het zwemwater is een sensor geplaatst, die voortdurend de watertemperatuur op verschillende dieptes meet. Deze metingen zijn op afstand af te lezen bij Wetterskip Fryslân. Als de watertemperatuur oploopt kan de waterbeheerder een kunstmatige waterval aanzetten, ook via afstandsbediening. Er is namelijk een lange buis onder de weg door gelegd om het buitenwater in de polder van de Kleine Wielen te kunnen laten stromen. Omdat het waterpeil in de polder 90 cm lager ligt, komt het frisse water met zoveel kracht binnen, dat al het zwemwater binnen twee dagen ververst kan worden. De wateraanvoer wordt geregeld met een klep voor de ingang van de inlaatbuis. Die kan ook helemaal of gedeeltelijk dicht gezet worden, afhankelijk van de weersverwachting. Door de stroming en de afkoeling wordt bestaande blauwalg weggespoeld en nieuwe groei van blauwalg afgeremd.
  • Links
  • Achtergrondinformatie
  • Over deze website
  • Mobiele versie